Un peu d'enfer, la Connemara (Michel Sardou)
Maandag 8/8
Een broeihete dag in de bergen
Mount Nephin
Vrijdag 5/8
De berg in de tuin.
Wie in het dal blijft, ziet nooit de andere kant van de berg.
Een collega schreef deze quote in het dagboek dat ze met z'n allen voor mijn reis voorzien hadden. Ik heb er afgelopen dagen al regelmatig aan gedacht, zowel in metafysische zin als in de fysieke zin.
Rond Benbulben, de berg waar W.B. Yeats zo lyrisch over dichtte, fietste ik twee dagen geleden rond. Vandaag bleek de Maumakeogh, minder bekend, echter teveel van het goede. Desondanks probeer ik het binnen enkele dagen nog eens met de Crough Patrick.
Sligo en Cobh
Het was erg mistig en bewolkt, de ochtend van mijn aankomst. Toch haastte ik me samen met bijna alle andere opvarenden naar het bovendek van de ferry om een eerste glimp van Ierland op te vangen. Wat eerst slechts een met mist omgeven schaduw was, werd al gauw een prachtige baai met vrolijk gekleurde huizen. De oncomfortabele nacht, die ik hoofdzakelijk in mijn slaapzak op de vloer van de tv-kamer had doorbracht, was snel vergeten. Dat slapen op de vloer was trouwens een idee van enkele Ierse fietsers die me nog voor het instappen op de ferry 'geadopteerd' hadden. 'Neem alleen je slaapzak mee naar boven, die slaapzetels zijn oncomfortabel, maar de vloer ligt best goed.' Ze waren duidelijk niet aan hun proefstuk toe en dus bleef mijn bagage benedendeks op de fiets en nam ik alleen wat kostbaarheden en mijn slaapzak mee naar boven. Tegen vijf uur 's ochtends was het comfort van de vloer voorbij en struinde ik door het stille, eerder verlaten schip. Ik ontdekte het zwembad, de pianobar, drie restaurants en voelde me een beetje op de Titanic.
Het jaar van de reiger
Ondanks de warmte en vervolgens de regen van de afgelopen dagen hield ik vast aan mijn dagelijkse oefenrit. Ik probeerde de hitte voor te zijn door vroeg te vertrekken en reed telkens met een grote boog rond ‘the people of tomorrow’. Ik verkende de dijken in de richting van Lier, Mechelen, Rupelmonde en Temse, al dan niet in het excellente gezelschap van collega’s of Wim.