Cursiefje Jumbo aan de Rupel
Rumst kleurt geel. Niet vanwege een stunt van een of andere politieke partij of als halfzacht eerbetoon aan Oekraïne waarbij de blauwe verf op was. Neen, Rumst kleurt geel vanwege de opening van een nieuwe supermarkt. Aangezien we sinds de sluiting van onze vorige supermarkt genoodzaakt waren voor onze boodschappen naar een naburige gemeente te rijden lijkt de komst van deze Jumbo goed nieuws.
“Op woensdag 28 september opent een tweede Jumbo aan de Rupel” kopte de reclamefolder die onlangs in de bus viel. De eerste driehonderd klanten zouden een gratis boeket bloemen krijgen en alle andere bezoekers een gratis boodschappentas.
Wanneer ik ’s morgens op het toilet de felgekleurde folder nog eens doorneem, besluit ik me niet bij de nieuwsgierige meute te voegen die zich door dergelijke mooie praatjes laat omkopen. Jumbo is net als Albert Hein een Nederlandse keten en ik verdenk de Nederlanders er stiekem van dat ze tweehonderd jaar na het erkennen van de Belgische onafhankelijkheid ons landje weer proberen te annexeren. Een economische annexatie weliswaar, waarbij ze onze markten overspoelen met Nederlandse producten om net als in de tijd van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden hun eigen economie aan te zwengelen.
Maar helaas! Halfweg de dag blijkt er geen enkele brok, zelfs geen kruimeltje kattenvoer meer in huis te zijn. Onze bejaarde kat laat ons doorlopend luid jammerend weten dat ze honger heeft waardoor er niets anders op zit dan mijn principes opzij te schuiven en me over te geven aan Jumbo’s charmeoffensief. Onderweg wordt me duidelijk dat het hele dorp ge-geelwashed is. Door de met gele ballonnen versierde straten lopen mensen te showen met hun al net zo gele boodschappentassen. De associatie met een bepaalde politieke partij is niet ver weg en deze anders zo vrolijke kleur komt als een muur op me af. Mij niet gezien, denk ik nog. Ik heb mijn eigen tas bij!
Even later slenter ik aangenaam verrast langs de mooie displays en bewonder ik de uitgebreide keuze aan producten. Al snel bevat mijn winkelwagen veel meer dan alleen maar kattenbrokken. Wanneer de kassierster me bij het afrekenen vriendelijk een praktische boodschappentas aanbiedt, blijkt die toevallig net groot genoeg te zijn voor mijn aankopen. En zo voeg ik me uiteindelijk toch nog bij mijn geel-gezakte dorpsgenoten.
“Dag mevrouw”, spreekt een opmerkzame jongen me onderweg aan. “Jij bent zeker ook naar de Jumbo geweest?” Als antwoord zwaai ik even met mijn goed gevulde tas waarop in grote zwarte letters ‘JUMBO’ prijkt.
“Wij ook,” antwoordt de jongen terwijl hij naar zijn vriendje wijst, “en we gaan nog eens, dan hebben we allebei zo’n zak.”
Hoofdschuddend vervolg ik mijn weg. Waar moet het met ons naartoe als we ons zonder weerstand overgeven aan vla, speklappen en draadjesvlees en het nog geinig vinden ook?
In gedachten verzonken open ik de deur waarachter onze poes nog steeds haar ballade ten beste geeft. Zuchtend leg ik me neer bij het gele straatbeeld. Met een beetje geluk zorgt Jumbo ervoor dat La Esterella de rest van de dag haar mond houdt.